Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. purgerend:
  2. purgeren:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor purgerend (Nederlands) in het Zweeds

purgerend:

purgerend bijvoeglijk naamwoord

  1. purgerend (laxerend)
    avföringspådrivande; laxativt

Vertaal Matrix voor purgerend:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avföringspådrivande laxerend; purgerend
laxativt laxerend; purgerend

purgerend vorm van purgeren:

purgeren [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. purgeren (laxeren)
    laxerande

purgeren werkwoord (purgeer, purgeert, purgeerde, purgeerden, gepurgeerd)

  1. purgeren (laxeren)
    laxera
    • laxera werkwoord (laxerar, laxerade, laxerat)

Conjugations for purgeren:

o.t.t.
  1. purgeer
  2. purgeert
  3. purgeert
  4. purgeren
  5. purgeren
  6. purgeren
o.v.t.
  1. purgeerde
  2. purgeerde
  3. purgeerde
  4. purgeerden
  5. purgeerden
  6. purgeerden
v.t.t.
  1. heb gepurgeerd
  2. hebt gepurgeerd
  3. heeft gepurgeerd
  4. hebben gepurgeerd
  5. hebben gepurgeerd
  6. hebben gepurgeerd
v.v.t.
  1. had gepurgeerd
  2. had gepurgeerd
  3. had gepurgeerd
  4. hadden gepurgeerd
  5. hadden gepurgeerd
  6. hadden gepurgeerd
o.t.t.t.
  1. zal purgeren
  2. zult purgeren
  3. zal purgeren
  4. zullen purgeren
  5. zullen purgeren
  6. zullen purgeren
o.v.t.t.
  1. zou purgeren
  2. zou purgeren
  3. zou purgeren
  4. zouden purgeren
  5. zouden purgeren
  6. zouden purgeren
en verder
  1. is gepurgeerd
  2. zijn gepurgeerd
diversen
  1. purgeer!
  2. purgeert!
  3. gepurgeerd
  4. purgerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor purgeren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
laxerande laxeren; purgeren
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
laxera laxeren; purgeren

Computer vertaling door derden: