Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. purperen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor purperen (Nederlands) in het Zweeds

purperen:

purperen bijvoeglijk naamwoord

  1. purperen (purper)
    violett; purpurfärgat; purpurfärgad

Vertaal Matrix voor purperen:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
purpurfärgad purper; purperen karmijn; karmijnrood; karmozijnrood; paars; pimpelpaars; purper
purpurfärgat purper; purperen paars; pimpelpaars; purper
violett purper; purperen paars; pimpelpaars; purper