Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. roodheid:
  2. rood:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor roodheid (Nederlands) in het Zweeds

roodheid:

roodheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de roodheid (blozen)
    rodna
    • rodna [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor roodheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rodna blozen; roodheid
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rodna blozen; gloeien; kleuren; rood worden

Verwante woorden van "roodheid":


rood:

rood bijvoeglijk naamwoord

  1. rood
    rött
    • rött bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor rood:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rött rood

Verwante woorden van "rood":


Verwante definities voor "rood":

  1. communistisch of socialistisch1
    • het rode leger rukte op1
  2. de kleur van bloed1
    • ze had een rood jasje aan1

Wiktionary: rood


Cross Translation:
FromToVia
rood rött gules — red (adj.)
rood röd red — having red as its colour
rood röd; rött red — colour
rood blodröd sanguine — having the colour of blood; red
rood röd rot — eine bunte Farbe, im Spektrum die langwelligste Farbe; eine der drei Grundfarben des digitalen RGB-Farbraums
rood röd rotübertragen: die Farbe des Blutes
rood lingon; tranbär airelle — fruit rouge
rood röd rouge — De la couleur du sang, du coquelicot, de la fraise, etc., c’est-à-dire d’une couleur de longueur d’onde comprise entre 625 et 740 nm. — (couleur) (couleur) (couleur) (couleur) (couleur)
rood rodna; bli röd rougir — trans|fr rendre rouge ; peindre ou teindre en rouge.