Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. scalperen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor scalperen (Nederlands) in het Zweeds

scalperen:

scalperen werkwoord (scalpeer, scalpeert, scalpeerde, scalpeerden, gescalpeerd)

  1. scalperen (van scalp beroven; van scalp ontdoen)
    skalpera
    • skalpera werkwoord (skalperar, skalperade, skalperat)

Conjugations for scalperen:

o.t.t.
  1. scalpeer
  2. scalpeert
  3. scalpeert
  4. scalperen
  5. scalperen
  6. scalperen
o.v.t.
  1. scalpeerde
  2. scalpeerde
  3. scalpeerde
  4. scalpeerden
  5. scalpeerden
  6. scalpeerden
v.t.t.
  1. heb gescalpeerd
  2. hebt gescalpeerd
  3. heeft gescalpeerd
  4. hebben gescalpeerd
  5. hebben gescalpeerd
  6. hebben gescalpeerd
v.v.t.
  1. had gescalpeerd
  2. had gescalpeerd
  3. had gescalpeerd
  4. hadden gescalpeerd
  5. hadden gescalpeerd
  6. hadden gescalpeerd
o.t.t.t.
  1. zal scalperen
  2. zult scalperen
  3. zal scalperen
  4. zullen scalperen
  5. zullen scalperen
  6. zullen scalperen
o.v.t.t.
  1. zou scalperen
  2. zou scalperen
  3. zou scalperen
  4. zouden scalperen
  5. zouden scalperen
  6. zouden scalperen
en verder
  1. ben gescalpeerd
  2. bent gescalpeerd
  3. is gescalpeerd
  4. zijn gescalpeerd
  5. zijn gescalpeerd
  6. zijn gescalpeerd
diversen
  1. scalpeer!
  2. scalpeert!
  3. gescalpeerd
  4. scalperend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor scalperen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
skalpera scalperen; van scalp beroven; van scalp ontdoen