Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. schoonmaakbeurt:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor schoonmaakbeurt (Nederlands) in het Zweeds

schoonmaakbeurt:

schoonmaakbeurt [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de schoonmaakbeurt
    rensa; göra rent

Vertaal Matrix voor schoonmaakbeurt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
göra rent schoonmaakbeurt schoonmaakdag
rensa schoonmaakbeurt wegruimen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
göra rent zemen
rensa bergen; in zedelijk opzicht zuiveren; klaren; kuisen; leeghalen; louteren; opruimen; opschonen; plunderen; reinigen; uitknijpen; uitpersen; uitzuigen; verrekenen
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
rensa Opschonen

Verwante woorden van "schoonmaakbeurt":

  • schoonmaakbeurten