Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. schuim:
  2. schuimen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor schuim (Nederlands) in het Zweeds

schuim:

schuim [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het schuim
    skum
    • skum [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor schuim:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
skum schuim bruis
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
skum schemerachtig; schemerig; schimmig

Verwante woorden van "schuim":


Wiktionary: schuim


Cross Translation:
FromToVia
schuim skum foam — foam
schuim skum; fradga; bornyr head — foam on carbonated beverages
schuim lödder lather — foam of soap and water
schuim skum yeast — frothy foam on sea waves
schuim vågskum Gischtallgemein: meist Singular: schäumende See
schuim skum Schaummeist nur im Singular: Gasbläschen, die von flüssigen Wand eingeschlossen sind
schuim fradga; lödder; skum écume — Sorte de mousse blanchâtre qui se forme à la surface des liquides agités, chauffés, ou en fermentation.

schuim vorm van schuimen:

schuimen werkwoord (schuim, schuimt, schuimde, schuimden, geschuimd)

  1. schuimen (schuim vormen)
    skumma
    • skumma werkwoord (skummar, skummade, skummat)

Conjugations for schuimen:

o.t.t.
  1. schuim
  2. schuimt
  3. schuimt
  4. schuimen
  5. schuimen
  6. schuimen
o.v.t.
  1. schuimde
  2. schuimde
  3. schuimde
  4. schuimden
  5. schuimden
  6. schuimden
v.t.t.
  1. heb geschuimd
  2. hebt geschuimd
  3. heeft geschuimd
  4. hebben geschuimd
  5. hebben geschuimd
  6. hebben geschuimd
v.v.t.
  1. had geschuimd
  2. had geschuimd
  3. had geschuimd
  4. hadden geschuimd
  5. hadden geschuimd
  6. hadden geschuimd
o.t.t.t.
  1. zal schuimen
  2. zult schuimen
  3. zal schuimen
  4. zullen schuimen
  5. zullen schuimen
  6. zullen schuimen
o.v.t.t.
  1. zou schuimen
  2. zou schuimen
  3. zou schuimen
  4. zouden schuimen
  5. zouden schuimen
  6. zouden schuimen
en verder
  1. ben geschuimd
  2. bent geschuimd
  3. is geschuimd
  4. zijn geschuimd
  5. zijn geschuimd
  6. zijn geschuimd
diversen
  1. schuim!
  2. schuimt!
  3. geschuimd
  4. schuimend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor schuimen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
skumma schuim vormen; schuimen afromen; afschuimen; afspanen

Verwante woorden van "schuimen":


Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van schuim