Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. snoepen:
  2. snoep:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor snoepen (Nederlands) in het Zweeds

snoepen:

snoepen werkwoord (snoep, snoept, snoepte, snoepten, gesnoept)

  1. snoepen
    knappra
    • knappra werkwoord (knapprar, knapprade, knapprat)

Conjugations for snoepen:

o.t.t.
  1. snoep
  2. snoept
  3. snoept
  4. snoepen
  5. snoepen
  6. snoepen
o.v.t.
  1. snoepte
  2. snoepte
  3. snoepte
  4. snoepten
  5. snoepten
  6. snoepten
v.t.t.
  1. heb gesnoept
  2. hebt gesnoept
  3. heeft gesnoept
  4. hebben gesnoept
  5. hebben gesnoept
  6. hebben gesnoept
v.v.t.
  1. had gesnoept
  2. had gesnoept
  3. had gesnoept
  4. hadden gesnoept
  5. hadden gesnoept
  6. hadden gesnoept
o.t.t.t.
  1. zal snoepen
  2. zult snoepen
  3. zal snoepen
  4. zullen snoepen
  5. zullen snoepen
  6. zullen snoepen
o.v.t.t.
  1. zou snoepen
  2. zou snoepen
  3. zou snoepen
  4. zouden snoepen
  5. zouden snoepen
  6. zouden snoepen
en verder
  1. ben gesnoept
  2. bent gesnoept
  3. is gesnoept
  4. zijn gesnoept
  5. zijn gesnoept
  6. zijn gesnoept
diversen
  1. snoep!
  2. snoept!
  3. gesnoept
  4. snoepend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor snoepen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
knappra snoepen

Verwante woorden van "snoepen":


Wiktionary: snoepen


Cross Translation:
FromToVia
snoepen snaska; nalla av naschenveraltet: heimlich von etwas kosten, etwas Verbotenes genießen
snoepen snaska; småäta naschenessen oder kosten (besonders Süßigkeiten)

snoepen vorm van snoep:

snoep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de snoep
    godis
    • godis [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor snoep:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
godis snoep kandij; konfijt; lekkers; snoepgoed; snoepjes; suikergoed; suikerwerk; zoetigheid

Verwante woorden van "snoep":


Verwante definities voor "snoep":

  1. zoete, lekkere dingen zonder voedingswaarde1
    • dat dikke kind eet teveel snoep1

Wiktionary: snoep


Cross Translation:
FromToVia
snoep godis; karamell candy — piece of candy
snoep godis Süßigkeitmeist Plural: Lebensmittel, die süß sind und als Naschzeug verwendet werden