Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. snoeper:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor snoeper (Nederlands) in het Zweeds

snoeper:

snoeper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de snoeper (lekkerbek; gourmet; smulpaap; likkebaard; likkepot)
    matvrak
    • matvrak [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. de snoeper (iemand die graag snoept)

Vertaal Matrix voor snoeper:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
matvrak gourmet; lekkerbek; likkebaard; likkepot; smulpaap; snoeper brassers; gulzigaard; schrokop; schrokoppen; slokop; veelvraat; vreetzak; vreetzakken; zwelgers
någon som tycker om sötsaker iemand die graag snoept; snoeper

Verwante woorden van "snoeper":


Wiktionary: snoeper


Cross Translation:
FromToVia
snoeper finsmakare; läckergom; gourmet gourmet — Personne qui, déguster le vin, savoir en déterminer la provenance, la date et les diverses caractéristiques.