Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. sportief:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor sportief (Nederlands) in het Zweeds

sportief:

sportief bijvoeglijk naamwoord

  1. sportief
    sportig; sportigt

Vertaal Matrix voor sportief:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sportig sportiviteit
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sportig sportief
sportigt sportief

Verwante woorden van "sportief":

  • sportiefst, sportiefste

Verwante definities voor "sportief":

  1. wat gemakkelijk zit en vlot staat1
    • wat een sportieve trui draagt die Jasper weer1
  2. wie goed tegen zijn verlies kan1
    • het is sportief om de winnaar na afloop een hand te geven1
  3. wie zich voor zijn plezier lichamelijk inspant1
    • Jan is erg sportief: hij voetbalt en hij tennist1