Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. spreker:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor spreker (Nederlands) in het Zweeds

spreker:

spreker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de spreker (redenaar; lector; redevoerder)
    talare; föredragshållare

Vertaal Matrix voor spreker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
föredragshållare lector; redenaar; redevoerder; spreker
talare lector; redenaar; redevoerder; spreker inleider; speaker

Verwante woorden van "spreker":


Wiktionary: spreker


Cross Translation:
FromToVia
spreker talare speaker — one who speaks