Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. stamwoorden:
  2. stamwoord:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor stamwoorden (Nederlands) in het Zweeds

stamwoorden:

stamwoorden [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de stamwoorden
    stjälkar

Vertaal Matrix voor stamwoorden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stjälkar stamwoorden schenkels; stelen; stengels

Verwante woorden van "stamwoorden":


stamwoord:

stamwoord [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het stamwoord
    ordstam

Vertaal Matrix voor stamwoord:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ordstam stamwoord etymon; stam; stamvorm

Verwante woorden van "stamwoord":