Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. stapeling:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor stapeling (Nederlands) in het Zweeds

stapeling:

stapeling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de stapeling
    hög; trave
    • hög zelfstandig naamwoord
    • trave [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor stapeling:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hög stapeling heipaal; hoop; opeenstapeling; opstapeling; schelf; stapel; terp
trave stapeling hoop; opeenstapeling; opstapeling; schelf; stapel
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hög hard; hoog; hoog geplaatst; hooggelegen; luid; luid klinkend; rijzig

Verwante woorden van "stapeling":

  • stapelingen