Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. stekkers:
  2. stekker:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor stekkers (Nederlands) in het Zweeds

stekkers:

stekkers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de stekkers
    urtag
    • urtag zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor stekkers:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
urtag stekkers

Verwante woorden van "stekkers":


stekker:

stekker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de stekker (steekcontact; stekkertje)
    stickkontakt; gummiprop

Vertaal Matrix voor stekker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gummiprop steekcontact; stekker; stekkertje
stickkontakt steekcontact; stekker; stekkertje

Verwante woorden van "stekker":


Verwante definities voor "stekker":

  1. voorwerp aan het eind van elektriciteitsdraad1
    • stop de stekker in het stopcontact1

Wiktionary: stekker


Cross Translation:
FromToVia
stekker jack jack — surface mounted connector