Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. stemming:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor stemming (Nederlands) in het Zweeds

stemming:

stemming [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de stemming (gemoedstoestand)
    inställning; sinnesstämning; humör; temperament
  2. de stemming (humeur; gemoedsstemming; gemoedstoestand; bui; gemoedsgesteldheid)
    humör
    • humör [-ett] zelfstandig naamwoord
  3. de stemming (psychische toestand; instelling; gemoedsgesteldheid)
  4. de stemming
    röstning

Vertaal Matrix voor stemming:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
humör bui; gemoedsgesteldheid; gemoedsstemming; gemoedstoestand; humeur; stemming doel; geestesgesteldheid; geestestoestand; nut; psychische toestand; zin
inställning gemoedstoestand; stemming aanpassing; afstelling; bijstelling; inregeling; instelling; scherpstelling
psykiskt tillstånd gemoedsgesteldheid; instelling; psychische toestand; stemming
röstning stemming keuze; waarvoor gestemd wordt
sinnesstämning gemoedstoestand; stemming geestesgesteldheid; psychische toestand
temperament gemoedstoestand; stemming temperament; vurigheid
- atmosfeer; bui; sfeer

Verwante woorden van "stemming":

  • stemmingen

Synoniemen voor "stemming":


Verwante definities voor "stemming":

  1. hoe het voelt om tussen andere mensen te zijn1
    • er heerste een vrolijke stemming in de klas1
  2. bepaald tijdelijk gevoel1
    • ik ben niet in de stemming om grapjes te maken1
  3. het uitbrengen van voor of tegen1
    • we zullen het voorstel in stemming brengen1

Wiktionary: stemming


Cross Translation:
FromToVia
stemming stämning; humör; sinnestillstånd mood — mental state
stemming stämning StimmungMusik: die verbindliche Festlegung eines Instrumentes hinsichtlich seiner Tonhöhe
stemming humör; stämning Stimmung — Gefühlszustand eines Menschen
stemming stämning StimmungMusik: das Gestimmt- oder Verstimmtsein eines Instrumentes