Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. stranden:
  2. strand:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor stranden (Nederlands) in het Zweeds

stranden:

stranden werkwoord (strand, strandt, strandde, strandden, gestrand)

  1. stranden (mislukken; falen; verkeerd lopen; )
    misslyckas; tappa ansikte
    • misslyckas werkwoord (misslyckar, misslyckade, misslyckat)
    • tappa ansikte werkwoord (tappar ansikte, tappade ansikte, tappat ansikte)

Conjugations for stranden:

o.t.t.
  1. strand
  2. strandt
  3. strandt
  4. stranden
  5. stranden
  6. stranden
o.v.t.
  1. strandde
  2. strandde
  3. strandde
  4. strandden
  5. strandden
  6. strandden
v.t.t.
  1. ben gestrand
  2. bent gestrand
  3. is gestrand
  4. zijn gestrand
  5. zijn gestrand
  6. zijn gestrand
v.v.t.
  1. was gestrand
  2. was gestrand
  3. was gestrand
  4. waren gestrand
  5. waren gestrand
  6. waren gestrand
o.t.t.t.
  1. zal stranden
  2. zult stranden
  3. zal stranden
  4. zullen stranden
  5. zullen stranden
  6. zullen stranden
o.v.t.t.
  1. zou stranden
  2. zou stranden
  3. zou stranden
  4. zouden stranden
  5. zouden stranden
  6. zouden stranden
diversen
  1. strand!
  2. strandt!
  3. gestrand
  4. strandend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

stranden [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het stranden (aanspoelen; aandrijven)
    spola i land

Vertaal Matrix voor stranden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
spola i land aandrijven; aanspoelen; stranden
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
misslyckas afgaan; falen; floppen; in de puree lopen; misgaan; mislopen; mislukken; stranden; verkeerd lopen bederven; in de war sturen; klungelen; klunzen; knoeien; nekken; prutsen; ruïneren; stuntelen; te kort schieten; tegenvallen; verzieken
tappa ansikte afgaan; falen; floppen; in de puree lopen; misgaan; mislopen; mislukken; stranden; verkeerd lopen

Verwante woorden van "stranden":


Wiktionary: stranden


Cross Translation:
FromToVia
stranden stranda beach — run something aground on a beach
stranden få motorstopp tomber en panne — Arriver dans une situation où un outil ou un véhicule ne fonctionne plus par manque de carburant où à cause de batteries vides, ou encore doit être réparé.

strand:

strand [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het strand (zandstrand)
    strand; sandstrand

Vertaal Matrix voor strand:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sandstrand strand; zandstrand
strand strand; zandstrand oever

Verwante woorden van "strand":


Wiktionary: strand

strand
noun
  1. Strook land langs de kust

Cross Translation:
FromToVia
strand strand; sandstrand beach — sandy shore
strand strand Strand — meist sandiger Übergang von Land zu Wasser