Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. stumperig:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor stumperig (Nederlands) in het Zweeds

stumperig:

stumperig bijvoeglijk naamwoord

  1. stumperig (klungelig)
    fumlig; fumligt; klumpigt
  2. stumperig (onhandig; onbeholpen; sukkelig; )
    ohanterligt; svårhanterlig; klumpigt; ohanterlig
  3. stumperig (onhandig; onbeholpen; stuntelig; )
    klumpig; klumpigt

Vertaal Matrix voor stumperig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fumlig gehannes; gestuntel
klumpig gehannes; gestuntel
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fumlig klungelig; stumperig stoethaspelig
fumligt klungelig; stumperig stoethaspelig
klumpig gebrekkig; knullig; onbeholpen; onhandig; schutterig; stumperig; stuntelig bevleesd; gevleesd; lastige; onhandig; slungelig; stuntelig; sukkelend
klumpigt gebrekkig; klungelig; knullig; krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig bevleesd; gevleesd; klonterig; lastige; onhandig; slungelig; stoethaspelig; stuntelig; sukkelend
ohanterlig krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig
ohanterligt krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig onhandelbaar; onhanteerbaar
svårhanterlig krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig

Verwante woorden van "stumperig":


Wiktionary: stumperig


Cross Translation:
FromToVia
stumperig utfattig misérable — Qui réduire à la misère ; qui inspirer la pitié.
stumperig arm pauvre — Qui est dans la pauvreté ; qui ne dispose pas de ressources suffisantes.