Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. tegenliggers:
  2. tegenligger:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tegenliggers (Nederlands) in het Zweeds

tegenliggers:

tegenliggers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de tegenliggers (tegemoetrijdend verkeer; tegenverkeer)
    annalkande trafik

Vertaal Matrix voor tegenliggers:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
annalkande trafik tegemoetrijdend verkeer; tegenliggers; tegenverkeer

Verwante woorden van "tegenliggers":


tegenligger:

tegenligger [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de tegenligger (tegemoetkomend verkeer)
    mötande trafik

Vertaal Matrix voor tegenligger:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mötande trafik tegemoetkomend verkeer; tegenligger

Verwante woorden van "tegenligger":