Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. telg:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor telg (Nederlands) in het Zweeds

telg:

telg [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de telg (afstammeling; nakomeling)
    ättling; avkomling

Vertaal Matrix voor telg:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avkomling afstammeling; nakomeling; telg
ättling afstammeling; nakomeling; telg loot; takje; twijg

Verwante woorden van "telg":


Wiktionary: telg


Cross Translation:
FromToVia
telg avkomling; avkomma; ättling descendant — one who is the progeny of someone
telg efterkomma scion — descendant