Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. tengel:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tengel (Nederlands) in het Zweeds

tengel:

tengel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de tengel (tingel)
    skrammel; pinglande

Vertaal Matrix voor tengel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pinglande tengel; tingel gerinkel
skrammel tengel; tingel klepper; ratel

Verwante woorden van "tengel":

  • tengelen, tengels, tengeltje, tengeltjes