Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. tepeltje:
  2. tepel:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tepeltje (Nederlands) in het Zweeds

tepeltje:

tepeltje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het tepeltje (tepel)
    bröstvårta; spene

Vertaal Matrix voor tepeltje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bröstvårta tepel; tepeltje
spene tepel; tepeltje

Verwante woorden van "tepeltje":


tepeltje vorm van tepel:

tepel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de tepel (tepeltje)
    bröstvårta; spene

Vertaal Matrix voor tepel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bröstvårta tepel; tepeltje
spene tepel; tepeltje

Verwante woorden van "tepel":


Wiktionary: tepel


Cross Translation:
FromToVia
tepel spene; nippel; bröstvårta nipple — projection of mammary gland
tepel bröstvårta teat — projection of mammary gland
tepel bröstvårta Brustwarzekreisförmige Erhebung auf der Brust, die sich in Form und Farbe von der umgebenden Haut abhebt