Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. teugen:
  2. teug:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor teugen (Nederlands) in het Zweeds

teugen:

teugen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de teugen
    drag; klunkar; munfullar

Vertaal Matrix voor teugen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
drag teugen aantrekken; gelaatstrek; haal; haaltje; ruk; schaakstukverplaatsing; straktrekken; tochtwinden; trek; trekje; trekje aan een sigaret; zet
klunkar teugen slokjes; slokken; teugjes
munfullar teugen

Verwante woorden van "teugen":


teugen vorm van teug:

teug [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de teug (slok; dronk)
    fatöl; tappning
    • fatöl [-ett] zelfstandig naamwoord
    • tappning [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor teug:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fatöl dronk; slok; teug tapbier
tappning dronk; slok; teug bottelen

Verwante woorden van "teug":


Wiktionary: teug


Cross Translation:
FromToVia
teug klunk draught — an amount of liquid that is drunk in one swallow