Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. toevoer:
  2. toevoeren:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor toevoer (Nederlands) in het Zweeds

toevoer:

toevoer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de toevoer (aanvoer)
    tillgång; förråd; lager; anslag
    • tillgång [-en] zelfstandig naamwoord
    • förråd [-ett] zelfstandig naamwoord
    • lager [-ett] zelfstandig naamwoord
    • anslag [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor toevoer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anslag aanvoer; toevoer aanplakbiljet; aanplakbiljetten; affiche; bekendmaking; bestemming; biljet; plakkaat; poster
förråd aanvoer; toevoer depots; voorraden
lager aanvoer; toevoer berging; bergplaats; bewaarplaats; coating; depot; geweerlades; goederenloods; goederenopslagruimte; goederenvoorraad; laag; magazijnen; opslag; opslagplaats; opslagruimte; pakhuis; pakhuizen; voorraad; voorraadschuur; warenhuis
tillgång aanvoer; toevoer activa; activum; beschikbaarheid; beschikking; hulpbron
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
lager bewaarplaats

Verwante woorden van "toevoer":


toevoer vorm van toevoeren:

toevoeren werkwoord (voer toe, voert toe, voerde toe, voerden toe, toegevoerd)

  1. toevoeren (toedragen)
    tillhandhålla
    • tillhandhålla werkwoord (tillhandhåller, tillhandhöll, tillhandhållit)

Conjugations for toevoeren:

o.t.t.
  1. voer toe
  2. voert toe
  3. voert toe
  4. voeren toe
  5. voeren toe
  6. voeren toe
o.v.t.
  1. voerde toe
  2. voerde toe
  3. voerde toe
  4. voerden toe
  5. voerden toe
  6. voerden toe
v.t.t.
  1. heb toegevoerd
  2. hebt toegevoerd
  3. heeft toegevoerd
  4. hebben toegevoerd
  5. hebben toegevoerd
  6. hebben toegevoerd
v.v.t.
  1. had toegevoerd
  2. had toegevoerd
  3. had toegevoerd
  4. hadden toegevoerd
  5. hadden toegevoerd
  6. hadden toegevoerd
o.t.t.t.
  1. zal toevoeren
  2. zult toevoeren
  3. zal toevoeren
  4. zullen toevoeren
  5. zullen toevoeren
  6. zullen toevoeren
o.v.t.t.
  1. zou toevoeren
  2. zou toevoeren
  3. zou toevoeren
  4. zouden toevoeren
  5. zouden toevoeren
  6. zouden toevoeren
en verder
  1. ben toegevoerd
  2. bent toegevoerd
  3. is toegevoerd
  4. zijn toegevoerd
  5. zijn toegevoerd
  6. zijn toegevoerd
diversen
  1. voer toe!
  2. voert toe!
  3. toegevoerd
  4. toevoerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor toevoeren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tillhandhålla toedragen; toevoeren

Verwante woorden van "toevoeren":


Wiktionary: toevoeren


Cross Translation:
FromToVia
toevoeren avleverera; leverera fournirpourvoir, approvisionner.
toevoeren avleverera; leverera; lämna livrer — Traductions à trier suivant le sens