Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. tweeslachtigheid:
  2. tweeslachtig:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tweeslachtigheid (Nederlands) in het Zweeds

tweeslachtigheid:

tweeslachtigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de tweeslachtigheid (dichotomie; dualisme; tweeheid)
    tvetydig

Vertaal Matrix voor tweeslachtigheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tvetydig dichotomie; dualisme; tweeheid; tweeslachtigheid
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tvetydig dubbelzinnig; meer betekenissen hebbende; meerduidig; met een obscene bijbetekenis

Verwante woorden van "tweeslachtigheid":


tweeslachtigheid vorm van tweeslachtig:

tweeslachtig bijvoeglijk naamwoord

  1. tweeslachtig
    kluven; kluvet

Vertaal Matrix voor tweeslachtig:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kluven tweeslachtig gespleten; gevorkt
kluvet tweeslachtig gespleten; gevorkt

Verwante woorden van "tweeslachtig":


Computer vertaling door derden: