Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. uitflappen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor uitflappen (Nederlands) in het Zweeds

uitflappen:

uitflappen werkwoord

  1. uitflappen
    babbla; låta slippa ur sig; låta tungan gå; spotta ur sig
    • babbla werkwoord (babblar, babblade, babblat)
    • låta slippa ur sig werkwoord (låter slippa ur sig, lät slippa ur sig, låtit slippa ur sig)
    • låta tungan gå werkwoord (låter tungan gå, lät tungan gå, låtit tungan gå)
    • spotta ur sig werkwoord (spottar ur sig, spottade ur sig, spottat ur sig)

Vertaal Matrix voor uitflappen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
babbla prietpraat
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
babbla uitflappen bazelen; brabbelen; doorslaan; eruit flappen; krompraten; lallen; overbrieven; raffelen; uit de school klappen; uitklappen; verklappen; verklikken; verraden; wauwelen
låta slippa ur sig uitflappen
låta tungan gå uitflappen
spotta ur sig uitflappen