Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. uithollen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor uithollen (Nederlands) in het Zweeds

uithollen:

uithollen werkwoord (hol uit, holt uit, holde uit, holden uit, uitgeholt)

  1. uithollen
    urholka; gröpa ur
    • urholka werkwoord (urholkar, urholkade, urholkat)
    • gröpa ur werkwoord (gröper ur, gröpte ur, gröpt ur)

Conjugations for uithollen:

o.t.t.
  1. hol uit
  2. holt uit
  3. holt uit
  4. hollen uit
  5. hollen uit
  6. hollen uit
o.v.t.
  1. holde uit
  2. holde uit
  3. holde uit
  4. holden uit
  5. holden uit
  6. holden uit
v.t.t.
  1. heb uitgeholt
  2. hebt uitgeholt
  3. heeft uitgeholt
  4. hebben uitgeholt
  5. hebben uitgeholt
  6. hebben uitgeholt
v.v.t.
  1. had uitgeholt
  2. had uitgeholt
  3. had uitgeholt
  4. hadden uitgeholt
  5. hadden uitgeholt
  6. hadden uitgeholt
o.t.t.t.
  1. zal uithollen
  2. zult uithollen
  3. zal uithollen
  4. zullen uithollen
  5. zullen uithollen
  6. zullen uithollen
o.v.t.t.
  1. zou uithollen
  2. zou uithollen
  3. zou uithollen
  4. zouden uithollen
  5. zouden uithollen
  6. zouden uithollen
en verder
  1. ben uitgeholt
  2. bent uitgeholt
  3. is uitgeholt
  4. zijn uitgeholt
  5. zijn uitgeholt
  6. zijn uitgeholt
diversen
  1. hol uit!
  2. holt uit!
  3. uitgeholt
  4. uithollend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor uithollen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gröpa ur uithollen inbijten; invreten
urholka uithollen uitgraven