Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. uniek:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor uniek (Nederlands) in het Zweeds

uniek:

uniek bijvoeglijk naamwoord

  1. uniek (enig in zijn soort; bijzonder; onvergelijkbaar; )
    säreget; säregen; unik; unikt
  2. uniek (eenmalig)
    unik; en gång
  3. uniek (zeldzaam; uitzonderlijk; raar; )
    sällsynt

Vertaal Matrix voor uniek:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
en gång eenmalig; uniek
sällsynt ongemeen; ongewoon; raar; schaars; uitzonderlijk; uniek; zelden; zeldzaam apart; buitenissig; dun; excentriek; extravagant; ijl; typisch; van geringe dichtheid; vreemd
säregen apart; bijzonder; enig; enig in zijn soort; onvergelijkbaar; onvergelijkelijk; uniek
säreget apart; bijzonder; enig; enig in zijn soort; onvergelijkbaar; onvergelijkelijk; uniek
unik apart; bijzonder; eenmalig; enig; enig in zijn soort; onvergelijkbaar; onvergelijkelijk; uniek
unikt apart; bijzonder; enig; enig in zijn soort; onvergelijkbaar; onvergelijkelijk; uniek

Verwante woorden van "uniek":

  • uniekheid, unieke

Wiktionary: uniek


Cross Translation:
FromToVia
uniek unik einzigartig — in seiner Form nur einmal vorhanden; das einzige seiner Art