Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. verfilmen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verfilmen (Nederlands) in het Zweeds

verfilmen:

verfilmen werkwoord (verfilm, verfilmt, verfilmde, verfilmden, verfilmd)

  1. verfilmen
    filma
    • filma werkwoord (filmar, filmade, filmat)

Conjugations for verfilmen:

o.t.t.
  1. verfilm
  2. verfilmt
  3. verfilmt
  4. verfilmen
  5. verfilmen
  6. verfilmen
o.v.t.
  1. verfilmde
  2. verfilmde
  3. verfilmde
  4. verfilmden
  5. verfilmden
  6. verfilmden
v.t.t.
  1. heb verfilmd
  2. hebt verfilmd
  3. heeft verfilmd
  4. hebben verfilmd
  5. hebben verfilmd
  6. hebben verfilmd
v.v.t.
  1. had verfilmd
  2. had verfilmd
  3. had verfilmd
  4. hadden verfilmd
  5. hadden verfilmd
  6. hadden verfilmd
o.t.t.t.
  1. zal verfilmen
  2. zult verfilmen
  3. zal verfilmen
  4. zullen verfilmen
  5. zullen verfilmen
  6. zullen verfilmen
o.v.t.t.
  1. zou verfilmen
  2. zou verfilmen
  3. zou verfilmen
  4. zouden verfilmen
  5. zouden verfilmen
  6. zouden verfilmen
diversen
  1. verfilm!
  2. verfilmt!
  3. verfilmd
  4. verfilmend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verfilmen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
filma verfilmen filmen