Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. verpauperen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verpauperen (Nederlands) in het Zweeds

verpauperen:

verpauperen werkwoord (verpauper, verpaupert, verpauperde, verpauperden, verpauperd)

  1. verpauperen (verarmen)
    utarma; göra fattig
    • utarma werkwoord (utarmar, utarmade, utarmat)
    • göra fattig werkwoord (gör fattig, gjorde fattig, gjort fattig)

Conjugations for verpauperen:

o.t.t.
  1. verpauper
  2. verpaupert
  3. verpaupert
  4. verpauperen
  5. verpauperen
  6. verpauperen
o.v.t.
  1. verpauperde
  2. verpauperde
  3. verpauperde
  4. verpauperden
  5. verpauperden
  6. verpauperden
v.t.t.
  1. ben verpauperd
  2. bent verpauperd
  3. is verpauperd
  4. zijn verpauperd
  5. zijn verpauperd
  6. zijn verpauperd
v.v.t.
  1. was verpauperd
  2. was verpauperd
  3. was verpauperd
  4. waren verpauperd
  5. waren verpauperd
  6. waren verpauperd
o.t.t.t.
  1. zal verpauperen
  2. zult verpauperen
  3. zal verpauperen
  4. zullen verpauperen
  5. zullen verpauperen
  6. zullen verpauperen
o.v.t.t.
  1. zou verpauperen
  2. zou verpauperen
  3. zou verpauperen
  4. zouden verpauperen
  5. zouden verpauperen
  6. zouden verpauperen
diversen
  1. verpauper!
  2. verpaupert!
  3. verpauperd
  4. verpauperend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verpauperen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
göra fattig verarmen; verpauperen
utarma verarmen; verpauperen

Computer vertaling door derden: