Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. versiersel:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor versiersel (Nederlands) in het Zweeds

versiersel:

versiersel [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het versiersel (versiering; draperie; tooi; )
    dekoration

Vertaal Matrix voor versiersel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dekoration corsage; decor; decoratie; draperie; garnering; opluistering; opsiering; ornamentiek; sierwerk; tooi; versiering; versiersel aankleding; bordgarneersel; decoratie; ereteken; grafisch element; inrichting; onderscheiding; onderscheidingsteken; opschik; opsmuk; ridderorde; smuk; versiering

Verwante woorden van "versiersel":

  • versierselen, versierseltje, versierseltjes