Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. verweer:
  2. verweren:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verweer (Nederlands) in het Zweeds

verweer:

verweer [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het verweer (verweerschrift; bezwaar; verdedigingsakte; repliek)
    invändning; protest

Vertaal Matrix voor verweer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
invändning bezwaar; repliek; verdedigingsakte; verweer; verweerschrift bedenking; bezwaar; verschoning
protest bezwaar; repliek; verdedigingsakte; verweer; verweerschrift actie; opwerping; protest; protestbijeenkomst; publieke betoging; tegenspraak; tegenwerping; verzet

Wiktionary: verweer


Cross Translation:
FromToVia
verweer försvar; värn défense — Action de défendre

verweren:

verweren werkwoord (verweer, verweert, verweerde, verweerden, verweerd)

  1. verweren (verdedigen; afweren; weren)
    försvara
    • försvara werkwoord (försvarar, försvarade, försvarat)
  2. verweren (wegstemmen; verwerpen; afwijzen; )
    avslå; nerrösta; avvisa
    • avslå werkwoord (avslår, avslog, avslagit)
    • nerrösta werkwoord (nerröstar, nerröstade, nerröstat)
    • avvisa werkwoord (avvisar, avvisade, avvisat)

Conjugations for verweren:

o.t.t.
  1. verweer
  2. verweert
  3. verweert
  4. verweren
  5. verweren
  6. verweren
o.v.t.
  1. verweerde
  2. verweerde
  3. verweerde
  4. verweerden
  5. verweerden
  6. verweerden
v.t.t.
  1. heb verweerd
  2. hebt verweerd
  3. heeft verweerd
  4. hebben verweerd
  5. hebben verweerd
  6. hebben verweerd
v.v.t.
  1. had verweerd
  2. had verweerd
  3. had verweerd
  4. hadden verweerd
  5. hadden verweerd
  6. hadden verweerd
o.t.t.t.
  1. zal verweren
  2. zult verweren
  3. zal verweren
  4. zullen verweren
  5. zullen verweren
  6. zullen verweren
o.v.t.t.
  1. zou verweren
  2. zou verweren
  3. zou verweren
  4. zouden verweren
  5. zouden verweren
  6. zouden verweren
diversen
  1. verweer!
  2. verweert!
  3. verweerd
  4. verwerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

verweren [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het verweren (verwering; erosie)
    erosion
    • erosion [-en] zelfstandig naamwoord
  2. het verweren (verdedigen; weren; afweren)
    försvarande

Vertaal Matrix voor verweren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
erosion erosie; verweren; verwering erosie; slijtage; slijting
försvarande afweren; verdedigen; verweren; weren
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avslå afketsen; afstemmen; afwijzen; terugwijzen; verweren; verwerpen; wegstemmen afkeuren; afstemmen; afwijzen; veroordelen; verwerpen
avvisa afketsen; afstemmen; afwijzen; terugwijzen; verweren; verwerpen; wegstemmen afzien van rechtsvervolging; hardvallen; onvriendelijk bejegenen; seponeren; weigeren
försvara afweren; verdedigen; verweren; weren
nerrösta afketsen; afstemmen; afwijzen; terugwijzen; verweren; verwerpen; wegstemmen

Wiktionary: verweren


Cross Translation:
FromToVia
verweren försvara; värja; värna défendreprotéger une personne contre une attaque.