Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. vezeltje:
  2. vezel:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vezeltje (Nederlands) in het Zweeds

vezeltje:

vezeltje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het vezeltje (vezeldraad; vezel)
    fiber; filament
    • fiber [-en] zelfstandig naamwoord
    • filament zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor vezeltje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fiber vezel; vezeldraad; vezeltje fiber; vezelstof; vulcaniet
filament vezel; vezeldraad; vezeltje

Verwante woorden van "vezeltje":


vezel:

vezel [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de vezel (vezeldraad; vezeltje)
    fiber; filament
    • fiber [-en] zelfstandig naamwoord
    • filament zelfstandig naamwoord
  2. de vezel (lichaamsvezel)
    kroppsfibrer

Vertaal Matrix voor vezel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fiber vezel; vezeldraad; vezeltje fiber; vezelstof; vulcaniet
filament vezel; vezeldraad; vezeltje
kroppsfibrer lichaamsvezel; vezel

Verwante woorden van "vezel":


Wiktionary: vezel


Cross Translation:
FromToVia
vezel fiber fibre — single elongated piece of material