Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. voucher:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor voucher (Nederlands) in het Zweeds

voucher:

voucher [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de voucher (bewijsje)
    kupong; voucher; kvitto; verifikation; tillgodokvitto; rabattkupong

Vertaal Matrix voor voucher:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kupong bewijsje; voucher bon; coupon; coupons; reclamebonnen
kvitto bewijsje; voucher bewijs van ontvangst; farmaceutisch recept; kwijting; kwitantie; kwitantiezegel; ontvangstbewijs; receptuur; reçu
rabattkupong bewijsje; voucher
tillgodokvitto bewijsje; voucher
verifikation bewijsje; voucher boekstuk
voucher bewijsje; voucher bon; coupon

Verwante woorden van "voucher":

  • vouchers

Wiktionary: voucher


Cross Translation:
FromToVia
voucher kupong; biljett ticket — billet donnant droit à un accès