Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Zweeds ->Vertaal vreemdelingen

Vertaal vreemdelingen van Nederlands naar Zweeds

Overzicht

Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...

vreemdelingen:
- utlänningar; främlingar; obekanta
vreemdeling:
- utlänning; främling; okänd; okänd person; obekant
Wiktionary:
- vreemdeling → främling, utlänning

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vreemdelingen (Nederlands) in het Zweeds

vreemdelingen:

vreemdelingen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

de vreemdelingen (buitenlanders)
utlänningar
- utlänningar zelfstandig naamwoord
de vreemdelingen (onbekenden)
utlänningar; främlingar; obekanta
- utlänningar zelfstandig naamwoord
- främlingar zelfstandig naamwoord
- obekanta zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor vreemdelingen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
främlingar	onbekenden; vreemdelingen
obekanta	onbekenden; vreemdelingen
utlänningar	buitenlanders; onbekenden; vreemdelingen

Verwante woorden van "vreemdelingen":

vreemdeling

vreemdelingen vorm van vreemdeling:

vreemdeling [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de vreemdeling (buitenlander; allochtoon)
utlänning; främling
- utlänning [-en] zelfstandig naamwoord
- främling [-en] zelfstandig naamwoord
de vreemdeling (onbekende; vreemde)
okänd; okänd person; obekant
- okänd zelfstandig naamwoord
- okänd person zelfstandig naamwoord
- obekant zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor vreemdeling:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
främling	allochtoon; buitenlander; vreemdeling	buitenlandse; vreemdelinge
obekant	onbekende; vreemde; vreemdeling
okänd	onbekende; vreemde; vreemdeling
okänd person	onbekende; vreemde; vreemdeling
utlänning	allochtoon; buitenlander; vreemdeling	buitenlandse; vreemdelinge
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
okänd		onbekend

Verwante woorden van "vreemdeling":

vreemdelingen

Wiktionary: vreemdeling

Cross Translation:

From	To	Via
• vreemdeling	→ främling	↔ alien — person, etc. from outside
• vreemdeling	→ utlänning	↔ foreigner — person in a foreign land
• vreemdeling	→ utlänning	↔ Ausländer — allgemein: Person aus dem Ausland (Herkunft aus einem anderen Land)

Computer vertaling door derden: