Nederlands
Uitgebreide vertaling voor vrijuit (Nederlands) in het Zweeds
vrijuit:
-
vrijuit (openhartig; oprecht; open; onomwonden; onbewimpeld; ronduit; onverholen; vrij; vrijelijk)
-
vrijuit (ongehinderd; ongestoord; onverstoord; ongemoeid)
fritt; ostört; obehindrat; ostörd; obehindrad-
fritt bijvoeglijk naamwoord
-
ostört bijvoeglijk naamwoord
-
obehindrat bijvoeglijk naamwoord
-
ostörd bijvoeglijk naamwoord
-
obehindrad bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor vrijuit:
Computer vertaling door derden: