Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. zelfzuchtige:
  2. zelfzuchtig:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zelfzuchtige (Nederlands) in het Zweeds

zelfzuchtige:

zelfzuchtige [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. zelfzuchtige (egoïst)
    egoist
    • egoist [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor zelfzuchtige:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
egoist egoïst; zelfzuchtige

Verwante woorden van "zelfzuchtige":


zelfzuchtige vorm van zelfzuchtig:

zelfzuchtig bijvoeglijk naamwoord

  1. zelfzuchtig (egoïstisch; baatzuchtig)
    självupptaget; själviskt; självisk; egoistiskt; självupptagen

Vertaal Matrix voor zelfzuchtig:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
egoistiskt baatzuchtig; egoïstisch; zelfzuchtig ijdel; ingebeeld; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
självisk baatzuchtig; egoïstisch; zelfzuchtig
själviskt baatzuchtig; egoïstisch; zelfzuchtig
självupptagen baatzuchtig; egoïstisch; zelfzuchtig
självupptaget baatzuchtig; egoïstisch; zelfzuchtig

Verwante woorden van "zelfzuchtig":