Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. zoogdieren:
  2. zoogdier:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zoogdieren (Nederlands) in het Zweeds

zoogdieren:

zoogdieren [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de zoogdieren
    däggdjur

Vertaal Matrix voor zoogdieren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
däggdjur zoogdieren zoogdier

Verwante woorden van "zoogdieren":


zoogdieren vorm van zoogdier:

zoogdier [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het zoogdier
    däggdjur

Vertaal Matrix voor zoogdier:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
däggdjur zoogdier zoogdieren

Verwante woorden van "zoogdier":


Verwante definities voor "zoogdier":

  1. dier dat levende jongen ter wereld brengt en ze voedt met moedermelk1
    • een koe is een zoogdier1

Wiktionary: zoogdier


Cross Translation:
FromToVia
zoogdier däggdjur mammal — animal of the class Mammalia
zoogdier däggdjur SäugetierVertreter einer meist lebendgebärenden Wirbeltierklasse, die ihre Neugeborenen mit Milch ernährt