Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. zuiden:
  2. zuid:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zuiden (Nederlands) in het Zweeds

zuiden:

zuiden [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het zuiden
    söder; syd
    • söder [-en] zelfstandig naamwoord
    • syd [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor zuiden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
syd zuiden
söder zuiden zuid

Verwante woorden van "zuiden":


Antoniemen van "zuiden":


Verwante definities voor "zuiden":

  1. gebied dat ligt tegenover de richting van de kompasnaald1
    • we gaan naar het zuiden voor de zon1

Wiktionary: zuiden


Cross Translation:
FromToVia
zuiden söder Südenohne Artikel: Himmelsrichtung, die zum Südpol weist
zuiden söder; syd south — compass point
zuiden söder; syd sud — indén|fr géographie|fr Point cardinal opposé au nord.

zuiden vorm van zuid:

zuid [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. zuid
    söder
    • söder [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor zuid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
söder zuid zuiden

Verwante woorden van "zuid":


Wiktionary: zuid


Cross Translation:
FromToVia
zuid söder Südenohne Artikel: Himmelsrichtung, die zum Südpol weist
zuid syd südlich — auf den Süden, auf Süd bezogen, in der Richtung des Südens
zuid syd south — of or pertaining to the south
zuid södra southern — of the south