Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. zwakte:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zwakte (Nederlands) in het Zweeds

zwakte:

zwakte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de zwakte (slapheid; zwakheid; sulligheid; )
    svaghet; fragilitet
  2. de zwakte (zwak punt; zwakheid)
    svaghet; akilleshäl; svag punkt
  3. de zwakte (vatbaarheid; gevoeligheid)
    intryckbart

Vertaal Matrix voor zwakte:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
akilleshäl zwak punt; zwakheid; zwakte
fragilitet krachteloosheid; laksheid; slapheid; slapte; sulligheid; weekheid; zachtheid; zwakheid; zwakte
intryckbart gevoeligheid; vatbaarheid; zwakte
svag punkt zwak punt; zwakheid; zwakte
svaghet krachteloosheid; laksheid; slapheid; slapte; sulligheid; weekheid; zachtheid; zwak punt; zwakheid; zwakte krachteloosheid; slapte; weekheid; weekte; zachtheid; zwakheid

Verwante woorden van "zwakte":

  • zwaktes

Wiktionary: zwakte


Cross Translation:
FromToVia
zwakte svaghet weakness — condition of being weak
zwakte svaghet faiblesseétat de ce qui est faible.
zwakte sjuka; sjukdom; svaghet infirmitéaffection congénitale ou accidentelle qui gêne ou empêcher le fonctionnement de telle ou telle partie de l’organisme.

Computer vertaling door derden: