Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. borta:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor borta (Zweeds) in het Duits

borta:

borta bijvoeglijk naamwoord

  1. borta
    weg; hinaus
    • weg bijvoeglijk naamwoord
    • hinaus bijvoeglijk naamwoord
  2. borta
    weg
    • weg bijvoeglijk naamwoord
  3. borta
    unterwegs

Vertaal Matrix voor borta:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hinaus borta
unterwegs borta på vägen
weg borta avgång; framåt; försvunnen; försvunnet

Synoniemen voor "borta":


Wiktionary: borta

borta
adverb
  1. mit der Präposition „von: weg, getrennt
  2. weg von einem Ort
  1. -
  2. umgangssprachlich: voller Begeisterung
  3. drückt die Richtung zu einer bestimmten Stelle oder einem Zeitpunkt aus
  4. umgangssprachlich, salopp, nur prädikativ: weg, verloren gegangen, kaputt
  5. salopp, nur prädikativ: fort, verloren gegangen oder kaputt

Cross Translation:
FromToVia
borta fort; abwesend; weg away — not here; gone

Verwante vertalingen van borta