Klädsel in het Duits vertaald uit het Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

klädsel:
- Kleid; Anziehen; Ankleiden; Anlegen; Polsterung; Verkleidung; Auskleidung
Wiktionary:
- klädsel → Kleidung, Bekleidung, Anzug
- klädsel → Kleidung

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor klädsel (Zweeds) in het Duits

klädsel (dräkt; garderob; kläder; beklädnad)
Kleid
- Kleid [das ~] zelfstandig naamwoord
klädsel
Anziehen; Ankleiden; Anlegen
- Anziehen [das ~] zelfstandig naamwoord
- Ankleiden [das ~] zelfstandig naamwoord
- Anlegen [das ~] zelfstandig naamwoord
klädsel (möbelstoppning; stoppning; hemtextil; möbeltyg; gardintyg; stoppade möbler)
die Polsterung; die Verkleidung; die Auskleidung
- Polsterung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Verkleidung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Auskleidung [die ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Ankleiden	klädsel
Anlegen	klädsel	byggnad; konstruktion
Anziehen	klädsel	acceleration; drag; fast skruvande; ned skruvande; ryck; ryckning; tag
Auskleidung	gardintyg; hemtextil; klädsel; möbelstoppning; möbeltyg; stoppade möbler; stoppning
Kleid	beklädnad; dräkt; garderob; kläder; klädsel	klänning; uniform
Polsterung	gardintyg; hemtextil; klädsel; möbelstoppning; möbeltyg; stoppade möbler; stoppning
Verkleidung	gardintyg; hemtextil; klädsel; möbelstoppning; möbeltyg; stoppade möbler; stoppning	utklädd

klädsel

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• klädsel	→ Kleidung	↔ dress — apparel