Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Duits ->Vertaal omgivning

Vertaal omgivning van Zweeds naar Duits

Overzicht

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

omgivning:
- Umgebung; Umwelt; Gegend; Milieu; Lebensbereich; Nachbar
Wiktionary:
- omgivning → Großraum, Entourage, Ambiente
- omgivning → Umwelt, Umgebung, Milieu, Stimmung, Atmosphäre

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor omgivning (Zweeds) in het Duits

omgivning:

omgivning [-en] zelfstandig naamwoord

omgivning (miljö)
die Umgebung; die Umwelt; die Gegend
- Umgebung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Umwelt [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gegend [die ~] zelfstandig naamwoord
omgivning (miljö)
die Umwelt; Milieu; der Lebensbereich
- Umwelt [die ~] zelfstandig naamwoord
- Milieu [das ~] zelfstandig naamwoord
- Lebensbereich [der ~] zelfstandig naamwoord
omgivning (närområde)
der Nachbar
- Nachbar [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor omgivning:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Gegend	miljö; omgivning	distrikt; grannskap; landsdel; landskap; län; nejd; område; provins; region; territorium; trakt; zon
Lebensbereich	miljö; omgivning	livsmiljö; miljö; omvärld
Milieu	miljö; omgivning
Nachbar	närområde; omgivning	granne
Umgebung	miljö; omgivning	distrikt; grannskap; miljö; närhet; område; region; territorium; zon
Umwelt	miljö; omgivning	livsmiljö; miljö; omvärld

Synoniemen voor "omgivning":

närhet; grannskap; miljö; trakt; omnejd; nejd; närmiljö

Wiktionary: omgivning

omgivning

noun

zusammenhängendes, als Einheit verstandenes, größeres Gebiet
- Großraum → område; region; omgivning
diejenigen Leute, die zum engen Umfeld einer Person gehören und die ihre Gefolgschaft bilden
- Entourage → omgivning; följeslagare; följe
Umgebung, Atmosphäre einer Umgebung
- Ambiente → miljö; omgivning

Cross Translation:

From	To	Via
• omgivning	→ Umwelt; Umgebung	↔ environment — area around something
• omgivning	→ Milieu; Stimmung; Atmosphäre	↔ ambiance — Milieu matériel, intellectuel ou moral.

Verwante vertalingen van omgivning

grön omgivning