Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. pip:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor pip (Zweeds) in het Duits

pip:

pip [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. pip
    der Piepton; der Pfeifton
    • Piepton [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Pfeifton [der ~] zelfstandig naamwoord
  2. pip (utloppsrör)
    die Tülle
    • Tülle [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor pip:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Pfeifton pip
Piepton pip
Tülle pip; utloppsrör liten tub; nos; näsa; snabel

Wiktionary: pip

pip
  1. der Laut eines pfeifen
noun
  1. kurzer, natürlich oder künstlich erzeugter Laut; Lautäußerung durch Pfeifen; vereinbarter oder festgelegter Signalton
  2. die Öffnung an einer Kanne oder Kanister, an der der Inhalt ausgegossen wird

Cross Translation:
FromToVia
pip Stutzen; Düse nozzle — short tube
pip Tülle spout — a tube through which liquid is poured or discharged

Verwante vertalingen van pip