Overzicht
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. bråkig:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor bråkig (Zweeds) in het Engels

bråkig:

bråkig bijvoeglijk naamwoord

  1. bråkig (bråkigt)
    querulous; catty

bråkig zelfstandig naamwoord

  1. bråkig (väsnig)
    the fuss; the chicane
    • fuss [the ~] zelfstandig naamwoord
    • chicane [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bråkig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chicane bråkig; väsnig
fuss bråkig; väsnig besvär; besvärlighet; bråk; hindersamhet; kackalorum; kiv; krakel; larva; liv; möda; ohanterlighet; oljud; omständighet; onödigt besvär; oreda; orosmakeri; orosstiftning; oväsen; rabalder; snicksnack; sorl; tjafs; tumult; uppståndelse; väsen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chicane chikanera; förolämpa; vanhedra
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
catty bråkig; bråkigt kinkigt; knarrigt; nyckfull; nyckfullt; retlig; retligt
querulous bråkig; bråkigt kinkigt; knarrigt; nyckfull; nyckfullt; retlig; retligt
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
querulous kverulantisk; kverulantiskt

Synoniemen voor "bråkig":


Wiktionary: bråkig

bråkig
adjective
  1. given to struggling