Overzicht
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. ensam:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor ensam (Zweeds) in het Engels

ensam:

ensam bijvoeglijk naamwoord

  1. ensam
    sole; solitary
  2. ensam (ensamt)
    single; one man
  3. ensam (ensamt; tillbakadragen)
    solitary; withdrawn; living on one's own

Vertaal Matrix voor ensam:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
single singel; singelskiva; ungkarl
sole bergtunga; sjötunga; sula
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
single ensam; ensamt ensamstående; ogift; sig själv; ungkarl
sole ensam en gång; säregen; säreget; unik; unikt
solitary ensam; ensamt; tillbakadragen bortglömd; bortglömt; isolerat; öde; övergivet
withdrawn ensam; ensamt; tillbakadragen blygt; tillbakadragen; tillbakadraget
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
single enda; singelplatta
sole enda; skosula
solitary enslig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
living on one's own ensam; ensamt; tillbakadragen
one man ensam; ensamt

Synoniemen voor "ensam":


Wiktionary: ensam

ensam
adjective
  1. of person: dejected by feelings
  2. having no companion
  3. being only one of larger population
  4. being the only one of a kind
  5. without a companion or instructor
en-pp
  1. -
adverb
  1. by oneself

Cross Translation:
FromToVia
ensam solitary; lonely eenzaam — gebrek aan gezelschap ondervindend
ensam alone alleinals Adjektiv: in Verbindung mit den Verben sein und bleiben: für sich, getrennt, einsam, einzeln sein; nur; ohne Beistand, Zeugen, Anwesenheit von anderen Personen, ohne Hilfe sein
ensam alone alleinenicht dekliniert, (umgangssprachlich) allein; für sich, ohne weitere Person
ensam lonely; alone einsam — ohne Gesellschaft
ensam single einzelnalleine; nur eins von mehreren
ensam alone; only; sole; solitary; single; unaccompanied seul — Qui est sans compagnie ; qui n’est point avec d’autres.

Verwante vertalingen van ensam