Overzicht
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. gnäll:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor gnäll (Zweeds) in het Engels

gnäll:

gnäll [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. gnäll (klagan; tjat; gnat)
    the whining; the moaning; the trouble; the nagging
    • whining [the ~] zelfstandig naamwoord
    • moaning [the ~] zelfstandig naamwoord
    • trouble [the ~] zelfstandig naamwoord
    • nagging [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor gnäll:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
moaning gnat; gnäll; klagan; tjat gnatande; snyftning; stön; tjatande
nagging gnat; gnäll; klagan; tjat gnatande; retande; retsamhet; tjatande; tjatig
trouble gnat; gnäll; klagan; tjat besvär; djuriskhet; elakt; elände; fara; fumlig; förvirring; hinder; kaos; katastrof; klumpig; klåpig; krämpa; motgång; motighet; olycka; olägenhet; oreda; problem; sjukdom; skadlig; skadligt; störning; svår olycka; svårigheter; upprörande
whining gnat; gnäll; klagan; tjat snyftning
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
trouble försvåra; göra svårt; jäkta; oroa
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nagging butter; buttert; knarrigt; odräglig; odrägligt; vresig; vresigt
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
nagging kält
trouble huvudbry; krångel; trubbel
whining pjunk
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
moaning jämrande; klagande; stönande
whining jämrande; klagande; stönande

Synoniemen voor "gnäll":


Wiktionary: gnäll


Cross Translation:
FromToVia
gnäll moaning; bellyaching; blather; drivel; gossip Geseireumgangssprachlich: wehleidiges Gejammer; unnützes Gerede