Overzicht
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. käbbel:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor käbbel (Zweeds) in het Engels

käbbel:

käbbel [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. käbbel (gnabb; kiv)
    the quarrelling; the squabbling; the bickering
  2. käbbel (strul; tjafs)
    the hassle; the messing around; the fooling around; the messing about

Vertaal Matrix voor käbbel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bickering gnabb; kiv; käbbel bråkande; grälande
fooling around käbbel; strul; tjafs
hassle käbbel; strul; tjafs besvär; möda; omständighet; orosmakeri; orosstiftning
messing about käbbel; strul; tjafs leka omkring; röra
messing around käbbel; strul; tjafs
quarrelling gnabb; kiv; käbbel
squabbling gnabb; kiv; käbbel bråkande; grälande; kackalorum; kiv; liv; oreda; oväsen; sorl; uppståndelse
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
bickering bjäbb

Synoniemen voor "käbbel":


Wiktionary: käbbel

käbbel
noun
  1. angry dispute