Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Engels ->Vertaal majoritet

Vertaal majoritet van Zweeds naar Engels

Overzicht

Zweeds naar Engels: Meer gegevens...

majoritet:
- biggest part; bulk; greater part; main body; masses; supremacy; superiority; ascendancy; dominance
Wiktionary:
- majoritet → majority
- majoritet → majority

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor majoritet (Zweeds) in het Engels

majoritet:

majoritet [-en] zelfstandig naamwoord

majoritet (mesta del)
the biggest part; the bulk; the greater part; the main body; the masses
- biggest part [the ~] zelfstandig naamwoord
- bulk [the ~] zelfstandig naamwoord
- greater part [the ~] zelfstandig naamwoord
- main body [the ~] zelfstandig naamwoord
- masses [the ~] zelfstandig naamwoord
majoritet (överlägsenhet; dominans)
the supremacy; the superiority; the ascendancy; the dominance
- supremacy [the ~] zelfstandig naamwoord
- superiority [the ~] zelfstandig naamwoord
- ascendancy [the ~] zelfstandig naamwoord
- dominance [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor majoritet:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ascendancy	dominans; majoritet; överlägsenhet
biggest part	majoritet; mesta del	största delen
bulk	majoritet; mesta del	största delen
dominance	dominans; majoritet; överlägsenhet
greater part	majoritet; mesta del	största delen
main body	majoritet; mesta del	huvudsaklig kraft; största delen
masses	majoritet; mesta del	massor; skaror; svärmas
superiority	dominans; majoritet; överlägsenhet	vara överlägsen; övermakt
supremacy	dominans; majoritet; överlägsenhet	hegemoni; övervälde
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
greater part		merpart
superiority		förnämhet
supremacy		supremati; överhöghet
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bulk		massiv; massivt

Synoniemen voor "majoritet":

flertal; merpart; större del

Wiktionary: majoritet

majoritet

noun

more than half
- majority → majoritet

Cross Translation:

From	To	Via
• majoritet	→ majority	↔ meerderheid — een groep die binnen een groter geheel in aantal meer dan de helft uitmaakt
• majoritet	→ majority	↔ majoriteit — meerderheid (van stemmen)
• majoritet	→ majority	↔ Majorität — der größere Teil einer bestimmten Menge
• majoritet	→ majority	↔ Mehrheit — größerer Teil einer feststehenden Gesamtheit