Overzicht
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. operatör:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor operatör (Zweeds) in het Engels

operatör:

operatör [-en] zelfstandig naamwoord

  1. operatör
    the operator
    • operator [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. operatör (ägare; driftsledare)
    the exploiter; the operator
  3. operatör (telefonist)
    the telephonist; the operator

Vertaal Matrix voor operatör:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
exploiter driftsledare; operatör; ägare
operator driftsledare; operatör; telefonist; ägare operator
telephonist operatör; telefonist
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
exploiter marodör
operator maskinskötare

Synoniemen voor "operatör":

  • driftföretag

Wiktionary: operatör

operatör
noun
  1. one who operates
  2. telecommunications operator

Cross Translation:
FromToVia
operatör runner Betreiber — jemand, der etwas betreiben, einsetzt