Overzicht
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. passus:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor passus (Zweeds) in het Engels

passus:

passus [-en] zelfstandig naamwoord

  1. passus (fras; klausul)
    the phrase; the clause
    • phrase [the ~] zelfstandig naamwoord
    • clause [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor passus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
clause fras; klausul; passus klausul; sats
phrase fras; klausul; passus fras; ordgrupp; uttryck
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
phrase formulera; formulera i ord; frasa; ge röst åt; ge uttryck åt; uttrycka; verbalisera
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
phrase floskel; ordvändning

Wiktionary: passus


Cross Translation:
FromToVia
passus passage Passus — Textabschnitt oder Textstelle