Overzicht
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. syntax:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor syntax (Zweeds) in het Engels

syntax:

syntax [-en] zelfstandig naamwoord

  1. syntax
    the syntax
    • syntax [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. syntax
    the syntax
    – The rules governing the formation of a command-line statement, including the order in which a command must be typed, and the elements that follow the command. 1
    • syntax [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor syntax:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
syntax syntax
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
syntax satslära

Wiktionary: syntax

syntax
noun
  1. set of rules that govern how words are combined
  2. formal rules of a computer language
  3. study of the structure of phrases and sentences

Cross Translation:
FromToVia
syntax syntax SyntaxLinguistik: Teilgebiet der Sprachwissenschaft, genauer: Teilgebiet der Grammatik;